Per 1 januari 2022 worden het zorgprestatiemodel en het bijbehorende systeem van zorgvraagtypering ingevoerd.
Verschillende vormen van bekostiging binnen de ggz en fz, zware administratieve lasten door indirecte tijdsregistratie, niet transparante koppeling tussen prijs en zorglevering en schotten tussen het op- en afschalen van zorg; dit is strals allemaal voorbij met de komst van het zorgprestatiemodel.
Voor alle ggz- en fz-instellingen is dit erg ingrijpend, maar biedt ook voordelen. Wat betekent dit voor jouw bedrijfsvoering? En hoe bereid je jouw organisatie op de veranderingen voor?
Systeemdrempels verdwijnen
De Db(b)C’s verdwijnen per 1 januari 2022 en de geleverde zorg van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz) wordt gedeclareerd volgens het zorgprestatiemodel. De basis ggz, gespecialiseerde ggz en de forensische zorg gaan allemaal met dezelfde prestaties werken, waarmee de systeemdrempels tussen die vormen van zorg gaan verdwijnen.
Het doel is om gelijktijdig met het zorgprestatiemodel een systeem van zorgvraagtypering in te voeren. Zorgvraagtypering is een middel om de behoefte aan zorg van de cliënt transparant te maken en te koppelen aan de werkelijk geleverde zorg.
Betere aansluiting op complexe zorg
In een pilot met het zorgclustermodel als zorgvraagtypering bleek dat de hiervoor geformuleerde zorgclusters herkenbaar waren als het gaat om relatief eenvoudige casuïstiek, maar niet voor complexe zorg. Bij complexe zorg brengen ze het risico van administratieve lastenverhoging met zich mee, terwijl het doel van het zorgprestatiemodel juist een verlichting van die lasten is.
Het voorgestelde zorgclustermodel moet dus nog worden aangepast om tot een zorgvraagtypering te komen die ook aansluit bij complexere zorg.
Planning is registratie, tenzij…
De belangrijkste verandering is dat het zorgprestatiemodel uitgaat van het principe: planning is registratie tenzij.
Dit betekent dat zorgverleners niet meer hoeven vast te leggen dat ze een cliënt op consult hebben gehad, dat volgt al automatisch uit de planning. Een andere belangrijke verandering is dat bij consulten de indirecte tijd is verdisconteerd in de directe tijd.
Aangezien rapporteren, intercollegiaal consult en multidisciplinair overleggen ook indirecte tijd zijn, bestaat de kans dat de focus in de planning te veel op directe consultcontacten gaat zitten.
Borging van kwaliteit
Om te zorgen dat kwaliteit en gepast gebruik niet uit het oog verloren gaan, zullen verzekeraars en zorgaanbieders samen meer procesmatige beheersmaatregelen moeten afspreken om dergelijke risico’s te adresseren.
Bij de invoering van het zorgprestatiemodel worden alle processen in de organisatie geraakt. Niet alleen de registratie en declaratie gaan wijzigen, maar onder meer ook de zorgplanning, zorgverlening en de financiële afhandeling. Tenzinger benadert de introductie van het zorgprestatiemodel op een integrale manier. Dit betekent dat niet alleen de financiële impact en de impact op de bedrijfsvoering bepalend is maar de totale impact; financieel, bedrijfsmatig én zorginhoudelijk.
In onze whitepaper “Zorgprestatiemodel; van theorie naar implementatie” tref je meer stappen en aandachtspunten die je moet weten om het zorgprestatiemodel en de bijbehorende zorgtyperingen op een correcte manier te implementeren.
Whitepaper downloaden